IVF

  • eicellen
  • ivf2
  • ivf3

Waar komt de naam vandaan?

De benaming is afkomstig van het Latijn en betekent letterlijk ‘bevruchting in glas’. Vandaar ook de ietwat misleidende term ‘proefbuisbaby’. Vrij vertaald betekent het ‘bevruchting buiten het lichaam’.

Bij IVF worden de zaadcellen en de eicellen bij elkaar gebracht in een petrischaaltje in het laboratorium.

Een andere IVF-behandeling is ICSI. ICSI staat voor Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie. In tegenstelling tot IVF injecteert de laborant een zaadcel in de eicel om een bevruchting tot stand te brengen.

Wanneer IVF gebruiken?

In die gevallen waar een natuurlijke bevruchting niet mogelijk blijkt kan de IVF techniek een handje helpen. Eicellen en zaadcellen worden buiten het lichaam bij elkaar gebracht om een bevruchting tot stand te brengen. Indien dit lukt worden de bevruchte eicellen of embryo’s dan teruggeplaatst in de baarmoeder.

Mogelijke indicaties om over te gaan tot IVF zijn:

Aandoening van de eileider: Wanneer de eileiders ondoorgankelijk zijn, is het moeilijk om de eicel te bevruchten of voor het embryo om af te dalen in de baarmoeder.

EndometrioseBij endometriose zitten er kleine stukjes slijmvliesweefsel buiten de baarmoeder. Hierdoor kan de functie van de eierstokken, eileiders en baarmoeder verstoord zijn.
Onvruchtbaarheid van de manBij verminderde beweegelijkheid (=slechte mobiliteit), lagespermaconcentratie of afwijking in de vorm en grootte van het sperma kan het moeilijk zijn voor de zaadcel om de eicel te bevruchten.

Onverklaarbare vruchtbaarheidBij onverklaarbare vruchtbaarheid is er geen fysieke oorzaak gevonden bij de man of vrouw maar blijft een zwangerschap toch uit.

Hoe zit IVF in elkaar?

De behandeling verloopt in 5 stappen:

Stap 1: medicatie nemen
Bij een normale menstruatiecyclus rijpt er één eicel per cyclus. Bij een IVF-behandeling zijn er meer eicellen nodig om de kans op succes zo groot mogelijk te maken.
Door hormonale geneesmiddelen toe te dienen aan de vrouw ontwikkelen er verschillende eicellen tegelijk in de eierstok.

Stap 2: rijpe eicellen wegnemen = punctie
Wanneer de eicellen voldoende rijp zijn, dus net voor de eisprong, worden ze uit het lichaam gehaald door middel van een folikelpunctie. Het folikelvocht, met daarin het rijpe eicelletje, wordt opgezogen en in een voedingsbodem geplaatst.

Stap 3: de eigenlijke bevruchting
Enkele uren nadat de eicellen uit het lichaam werden genomen, worden ze in het labo samengebracht met de zaadcellen van de partner.

Stap 4: embryo’s terugplaatsen = transfer
Afhankelijk van de kwaliteit, leeftijd en poging wordt bepaald hoeveel embryo’s worden teruggeplaatst in de baarmoeder.
De transfer kan plaatsvinden tussen de tweede of vijfde dag na 
de punctie.

In België is het aantal terug te plaatsen embryo’s door de wetgever vastgelegd.

Leeftijd vrouw ≤ 35 jaar ≥ 36 & ≤ 39 jaar  ≥ 40 & ≤ 47 jaar 
 1ste cyclus  max. 1 embryo  max. 2 embryo’s  niet bij wet gelimiteerd
 2de ccylus  max. 1 embryo (*)  max. 2 embryo’s  niet bij wet gelimiteerd
3de tot 6de cyclus  max. 2 embryo’s  max. 2 embryo’s  niet bij wet gelimiteerd

(*) uitzonderlijk is de terugplaatsing van 2 embryo’s toegestaan afhankelijk van hun kwaliteit

Wanneer er verschillende embryo’s zijn van goede kwaliteit, kan de patiënt ervoor kiezen om deze embryo’s te laten invriezen.
Deze embryo’s kunnen later ontdooid en teruggeplaatst worden in en cryo cyclus.Stap 5: wachten op resultaat
Na het terugplaatsen van de embryo’s in de baarmoeder is het spannend afwachten of deze zich innestelen. In deze fase kan ook een ondersteuning met medicijnen nodig zijn.
Twee weken na het terugplaatsen van de embryo’s weten we of de zwangerschap is begonnen.

Stap 6: Ontdooien van ingevroren embryo’s = cryo-transfer
Voor je opnieuw kan starten een punctie, worden eerste de ingevroren embryo’s ontdooid en teruggeplaatst.

Bij wet kunnen er maximaal twee ontdooide embryo’s teruggeplaatst worden, onafhankelijk van de leeftijd of poging.

Een cryo-transfer heeft als voordeel dat er geen tot weinig stimulatie nodig is. Dankzij de vernieuwde vitrificatietechniek is de slaagkans van een cryo-poging evenredig aan een verse poging.

Bij een jong, gezond koppel is de kans op een spontane zwangerschap na een jaar ongeveer 85%.De leeftijd van de vrouw is één van de belangrijkste voorspellende factoren van onvruchtbaarheid:
  • Een vrouw van 35 jaar heeft ongeveer tweemaal minder kans om zwanger te worden dan een vrouw van 20 jaar; dit percentage bedraagt slechts 10% bij een vrouw van 40 jaar.
  • Een vrouw van 37 jaar kan in 25% van de gevallen te kampen hebben met een vruchtbaarheidsprobleem. Dit percentage stijgt tot 50% bij een vrouw van 41 jaar en tot 75% bij een vrouw van 43 jaar.

Tijdens de consultatie zal uw fertiliteitsarts een individuele schatting maken van uw slaagkansen.
Hieronder vindt u nog enkele nuttige statistische gegevens:

  • Bij 30% van de koppels is de man onvruchtbaar.
  • Bij 30% van de koppels is de vrouw onvruchtbaar.
  • Bij 30% van de koppels is zowel de man als de vrouw onvruchtbaar.
  • Bij 10% van de koppels is de oorzaak van de onvruchtbaarheid onbekend (=idiopathische onvruchtbaarheid).
  • De eisprong is het vaakst voorkomende vruchtbaarheidsprobleem bij de vrouw.
Naast uw fertiliteitsarts kan u ook steeds beroep doen op ons IVF-team vóór, tijdens en na de fertiliteitsbehandeling. Dat kan elke dag van 8u tot 16u. In het weekend enkel voor dringende zaken van 8u tot 12u op het nummer 09/224 88 50

Ook in de cruciale eerste weken van de zwangerschap kunnen nog complicaties voorkomen. Voor een vrouw kan dit een emotioneel belastende periode zijn. Ook dan kan u terugvallen op de steun en deskundige begeleiding van ons IVF-team.
Cyclusoptimalisatie
Wanneer een vrouw een heel onregelmatige of anovulatoire (zonder echte eisprong) menstruatiecyclus heeft, kan er gekozen worden voor cyclusoptimalisatie.

Bij deze behandeling zal de vrouw een hormoonpreparaat (clomifeencitraat, een anti-oestrogeen) nemen, waarmee men de cyclus regelt.
In samenspraak met uw arts wordt een behandelingsschema voor u opgesteld voor de start van uw menstruatie. De opvolging gebeurt door echografie en bloedonderzoeken. Dankzij die onderzoeken weet uw arts wanneer uw eisprong (ovulatie) zal plaatsvinden. Uw arts zal u dan laten weten wanneer u en uw partner betrekkingen moeten hebben om de hoogste kans op bevruchting te hebben.
Kunstmatige inseminatie
Wanneer uit de vooronderzoeken van de man blijkt dat het spermastaal een lichte afwijking vertoont in het aantal beweeglijke zaadcellen en de morfologie kan er overgegaan worden tot inseminatie.
De fertiliteitsarts volgt de vrouw op door middel van labo-onderzoeken gecombineerd metechografie. De inseminatie wordt zo dicht mogelijk bij de eisprong (=ovulatie) gepland.
In het laboratorium wordt het sperma bewerkt = “capacitatie”. Met deze techniek concentreert en selecteert de laborant de goed beweegeijke zaadcellen.
Kunstmatige inseminatie kan in een natuurlijke cyclus of in een medicamenteus geoptimaliseerde cyclus gebeuren. Dit wordt bepaald aan de hand van de vooronderzoeken bij man en vrouw.
De fertiliteitsarts brengt het gecapaciteerd spermaconcentraat via een fijne catheter in de baarmoeder. In het lichaam van de vrouw zal de bevruchting dus mogelijks plaatsvinden.

1. Het eerste consultatiegesprek:

De eerste consultatie is een verkennend gesprek met de fertiliteitsarts. Deze consultatie kan plaats vinden in de privé praktijk aan de coupure in gent of in het AZ Jan Palfijn Gent AV.

De fertiliteitsarts zal u verschillende vragen stellen rond uw persoonlijke achtergrond, medische gegevens, uw menstruele cyclus, familiale gegevens en/of er reeds onderzoeken zijn uitgevoerd.

Op basis van dit gesprek zal de fertiliteitsarts een oriënterend fertiliteitsonderzoek opstellen. Deze kan tijdens de consultatie of op een latere tijdstip plaatsvinden.

Voorbeeld:

  • Spermaonderzoek bij de man;
  • Gynaecologisch onderzoek bij de vrouw;
  • Diagnostische laparoscopie en/of hysteroscopie

Tijdens de eerste consulatie krijgt u ook de kans om vragen te stellen of uw bezorgdheden te uiten.

Een afspraak voor de volgende consultatie/onderzoeken wordt ook vastgelegd.

Indien u wenst kan u om een counseling vragen in het AZ Jan Palfijn Gent AV met één van onze vroedvrouwen. Tijdens deze counseling krijgt u een uitleg over de werking van het fertiliteitscentrum en kan u ook vragen stellen omtrent de contracten, behandeling,…

2. De stimulatiefase:

Bij de start van uw behandeling krijgt u een schema, die aangeeft wanneer en welke stimulatiemedicatie u moet nemen. De eerste afspraken voor de bloedonderzoeken en echografie worden vastgelegd. Afhankelijk van hoe je op de stimulatie reageert, bepaalt de fertiliteitsarts het aantal echo’s en hormonale bloedbepalingen.

De stimulatiemedicatie wordt subcutaan toegediend. Tijdens de consultatie zal de fertiliteitsarts of een vroedvrouw u kort demonstreren hoe u dit zelf of bij uw partner kan doen.

Vergeet niet: Een stimulatieschema is een individueel schema. Deze kan bestaan uit een short of long protocol dit wil zeggen een korte of lange stimulatie afhankelijk hoe u reageert.
Startprotocol voor IVF bij het eerste consultatie gesprek. (fictief voorbeeld) 

3. Opvolging door echografie:

Vanaf de zevende dag na de start met de hormonale behandeling wordt aan de hand van een echografie gecontroleerd of de stimulatie succesvol werkt.

Tijdens deze echo controleert de fertiliteitsarts het aantal en de grootte van de follikels in de rechter en linker eierstok. Ook wordt de dikte van uw baarmoederslijmvlies gecontroleerd.

Gemiddeld zal u drie tot vier echografische onderzoeken nodig hebben tijdens een stimulatie.

4. Dag van de punctie:

Op de dag van de punctie meldt u zicht twee uur vóór de punctie aan in het IVF centrum.

Opgelet: De punctie gebeurt onder licht verdoving. Daarom is het belangrijk dat u 
NUCHTER bent.
Dit betekent dat u na middernacht niets meer mag eten of drinken.

Na de aanmelding brengt een vroedvrouw u naar de kamer en bereidt u voor op de punctie. De punctie gebeurt in een aparte ruimte waar uw partner aanwezig mag zijn. Tijdens de punctie
zal de fertiliteitsarts de follikelblaasjes aanprikken en het follikelvocht met de eicel wegzuigen. De laborant controleert het follikelvocht en geeft aan hoeveel eicellen er gevonden zijn.

Na de punctie moet u minimaal 3 uur ter observatie in het ziekenhuis blijven. De vroedvrouw zal u een eerste overzicht geven over het aantal eicellen en de kwaliteit van het spermastaal.

Samen met de vroedvrouw overloopt u de nabehandeling en de gemaakte afspraken met de arts.

Aan de mannelijke partner zal gevraagd worden om een spermastaal aan te maken. Afhankelijk van de kwaliteit, kan een tweede spermastaal nodig zijn.

Als gevolg van de lichte verdoving is het voor de vrouw niet aangewezen om zelf een auto te besturen.

5. De bevruchting:

Enkele uren na het wegnemen van de rijpe eicellen zal de laborant starten met de IVF of ICSI procedure.

De volgende ochtend observeert de laborant de eicellen en geeft een score aan de bevruchting.

In de namiddag zal de laborant u opbellen om de bevruchting van de eicellen te bespreken en een afspraak voor de terugplaatsing te plannen.

Ook indien de poging tot bevruchting negatief is, wordt u daarvan telefonisch verwittigd. De fertiliteitsarts zal u bijkomend contacteren om een verdere behandeling te bespreken.

6. De transfer:

Op de dag van de transfer wordt u geïnformeerd over de kwaliteit van de embryo’s. Afhankelijk van uw IVF-poging en leeftijd wordt er bepaald hoeveel embryo’s er mogen terug geplaatst worden.
Dit 
is bij wet bepaald cfr. Stap 4: Embryo’s terugplaatsen= transferIn overleg met de patiënte kan er beslist worden om minder dan het maximaal aantal embryo’s terug te plaatsen.

Voor een vlotte terugplaatsing, vragen we om u 30 min vóór de transfer aan te melden met een half volle blaas. Het terugplaatsen gebeurt langs de vaginale weg zonder verdoving met de hulp van een katheder. De fertiliteitsarts overloopt met u de medicatie die nodig is om de innesteling te ondersteunen.

Na 5 à 10 minuten kunt u het ziekenhuis terug verlaten en uw normale activiteiten hervatten. De fertiliteitsarts raadt u aan om de dagen erna geen zware fysische inspanningen te leveren.

Indien er meerder embryo’s van goede kwaliteit zijn op het moment van de transfer worden deze
ingevroren.

Opgelet: u kan geen nieuwe IVF-poging starten zolang er ingevroren embryo’s aanwezig zijn.

7. Spannend afwachten:

In deze innestelingsfase kunnen we niet anders dan afwachten of moeder natuur ons een handje wil helpen door het “aanpakken” van de embryo’s. In deze periode van 2 weken, die vooral voor de vrouw redelijk stressvol kan zijn, staat ons team steeds klaar om op uw vragen te antwoorden. Stel ze gerust en blijf niet met uw zorgen alleen zitten. Ook stress kan een oorzaak zijn van het mislukken van de behandeling.

8. Het resultaat:

Na ongeveer twee weken komt u terug op consultatie bij de fertiliteitsarts. Door middel van een bloedafname zal duidelijk worden of de behandeling is geslaagd.

Bij een positieve bloedtest wordt een nieuwe consultatie gepland voor de eerste echografie. Het is belangrijk dat u de ondersteuningsmedicatie blijft doornemen.